Uit de praktijk:
Chris (35) werkt met jongeren en pakt veel projecten op in en buiten zijn werk. Doordat hij ooit een hersenbeschadiging heeft gehad, merkt hij dat hij niet meer alles kan zoals hij gewend was. Hij neemt weinig pauzes als hij lekker aan het werk is. Toen hij ging oefenen om korte pauzes te nemen, voelde hij dat hij zich beter ging voelen, energieker en beter gestemd.
Pauzes kunnen kort en langer zijn. Tijdens een pauze kun je herstellen van een inspanning. Ons lijf vindt dat fijn om na actie een moment te hebben van bewust even omschakelen en bijkomen.
Pauzes hoeven niet per se lang te zijn. ‘Have a break, have a Kitkat’ kan zoiets zijn als even gaan zitten, je rug tegen de leuning te voelen en drie keer diep adem te halen. Je kunt een liedje opzetten en drie minuten dagdromen. Of als je van de ene naar de andere klus gaat, kan je actief een korte pauze nemen door je armen of een been even heen en weer te zwaaien.
Langere pauzes kunnen helpen als je je vaak moe voelt. Dan ga je bijvoorbeeld na twee uurtjes actie (zitten, staan, lopen, dingen doen, huishouden, werken, hobbies) een kwartiertje liggen. Als je dat een week of twee doet, dan laadt jouw batterij weer op.
Annemarieke Fleming heeft daar een boek over geschreven (Je vermoeidheid te lijf).
Terug naar alle Dagankertjes